Het was weer zaaitijd dus was er volop aanbieding in zaad. Maar mijn omzet bleef achter bij die van vorige jaren. Allerlei supermarkten hadden zich op de zaadhandel gestort en boden hun zaad tegen bodemprijzen aan. Ik wilde graag van mijn zaad af en piekerde me suf hoe ik die branche-vervagers, die concurrentie-vervalsers te lijf kon gaan.
Ik besprak het tussen twee nummertjes door met Truus (heerlijk wijf, erg pienter, zeer gewillig en gek op mijn zaad) en die zei: "Geef me eerst nog maar eens wat van jouw zaad, morgen verzin ik wel iets."
De volgende dag deed Truus me een pasklare oplossing aan de hand. Ze duwde me een groot vel papier in de hand en zei met een knipoog: "Zo knul, die advertentie gaan wij plaatsen. Als daar niemand op afkomt..."
Ik kon mijn ogen niet geloven. Telkens en telkens las en herlas ik de tekst en voelde mijn bloed sneller stromen.
- AANBIEDING
Wij hebben veel zaad in voorraad. En daar willen wij vanaf.
Brood koopt u bij de bakker
Vlees koopt u bij de slager
Dat zijn specialisten
Dus zaad koopt u bij de specialist
In de supermarkt koopt u waspoeder, poeprollen, en schloor
Maar zaad koopt u alleen bij de zaadhandel
U wilt zaad.
Schieter (kan ik het helpen dat ik zo heet) heeft 't voor u
Wortelzaad, komkommerzaad, pruimenzaad, noemt u het maar op!
Ons zaad schiet omhoog!!!
Extra laag geprijsd tot het eind van de maand
Wij geven ons zaad bijna voor niets
Haast u, de voorraad is niet onbeperkt!!!
beleefd aanbevelend
..aad Schieter.
Ik was perplex.
"Waarom die puntjes voor Aad?" vroeg ik onnozel.
"Voor de goeie verstaander, schat", zei Truus liefjes en aaide even over mijn opstandige gulp. "Die zaadschieter van jou is al weer vol. Sluit maar wat vroeger, dan kunnen we even voor het eten."
De kranten wilden de advertentie niet opnemen. De juf van de Telegraaf keek me wel verlekkerd aan, maar kon niettemin niets voor me doen, de chef vond de tekst te dubbelzinnig. Maar Truus zat niet bij de pakken neer. Ze schakelde Koos, haar broer, in.
Die werkt met een compagnon een drukkerij verder naar de kloten. De heren wilden wel wat verdienen en boden aan folders te drukken tegen vijf procent van de door mij te maken winst. Honderdduizend strooibiljetten drukten ze en die moesten verspreid worden in Groot-Mokum en omgeving. De hele familie en alle buren hielpen mee. Geen huis werd vergeten.
Het resultaat was verbluffend. Het liep storm. Truus en ik konden het niet aan en namen eerst ons buurmeisje Nellie als hulpkracht aan. Die kwam in een nogal bloot mini-jurkje achter de toonbank en had de meeste klanten. Truus deed ook wat verleidelijks aan en nu streden de dames om de eer wie de hoogste omzet haalde.
Nellie's vader, die in de WAO loopt, kwam er ook bij en twee dagen later ook haar moeder. Ik moest hals over kop zaad bijkopen en telde 's avonds de briefjes, die in alle kleuren in de geldla voorkwamen.
De vijfde dag hadden we de laatste klanten de deur uitgewerkt en de anderen gingen allemaal vermoeid, maar voldaan naar huis. Ik ruimde de boel op en wou juist sluiten toen een mooie Indo-Germaanse van een jaar of dertig gejaagd binnenstapte.
"Waarmee kan ik u van dienst zijn?" vroeg ik zoetsappig, daarbij in haar open jurkje kijkend.
Ze had een decollete tot haar knieen en keek me smekend aan. Ze bukte over de uitgestalde zakjes met zaad en daarbij vielen haar chocolade-bruine ballen naar buiten. Gelukkig waren mijn handen dicht genoeg bij om ze op te vangen.
"Zaad... ik wil zaad...", hijgde ze.
"Wat voor zaad had u gedacht, mevrouw?" fluisterde ik.
Nu plofte ze bijna. "Kan me niet schelen... als 't maar zaad is..."
De rest van het verhaal moet ik u helaas onthouden. Tenslotte hoeft u niet alles van mijn bedrijf te weten.