Toen Martin wakker werd, voelde hij een sterke drang om uit de stad weg te raken. Hij wou de lucht inademen zonder koolmonoxide en groen gras en bomen zien. Hij had een auto willen huren of te leen vragen en een ritje maken naar Sausalito, Belvedère, of Montego Bay, maar had geen geld om een auto te huren en zelfs niet om benzine te kopen als hij er een te leen kon krijgen.
Hij moest er genoegen mee nemen op een bus naar Golden Gate Park te stappen.
Gezeten op een heuveltje dat het baseballveld overschouwde en de omringende picknick-banken, tuurde hij ingetogen naar de menigte zondagmensjes en, zoals het bij hem een gewoonte was geworden, maakte hij beschouwingen over het feit dat hij bijna definitief had aangepapt, met een rijke blanke teef. Als haar echtgenoot niet onverhoeds was thuisgekomen en hun niet betrapt had, zou het nu voor hem niet nodig zijn geweest om hier te komen zitten met in zijn zak niet meer dan genoeg geld voor de bus naar huis.
Toegegeven dat ze hem vroeg of laat toch zat zou geworden zijn, maar tegen die tijd zou hij genoeg opzij hebben kunnen leggen om 'in stijl' te leven tot een volgend liefdeshongerige dame aan de einder opdaagde.
Hij wist dat hij nog altijd zou kunnen samenhokken met een vrouw van zijn eigen ras; er waren er genoeg die hem een seintje hadden gegeven. Hij had altijd geweigerd, niet omdat hij tegen andere negers was zoals sommige van zijn vrienden maar omdat hij zich vrij wou houden voor zijn volgende rijke dulcinea.
Zwarte vrouwen wisten heel wat over seks dat hun blanke zusters nooit zouden leren, naar hoeveel rijke negerinnen waren er? Als hij zich liet strikken zou hij genoegen moeten nemen met kost in inwoning, zo nu en dan een nieuw pak en weinig meer. Ze ver was het nog niet gekomen met Martin Sylvester Hammond.
Daarvoor zou hij helemaal blut moeten zijn.
Mevrouw Wallis was de tweede blanke maîtresse die hij verspeeld had. De eerste was een ongetrouwde toeriste uit de Midwest. Hij had haar leren kennen terwijl hij werkte voor Fisherman's Wharf. Ze had hem verteld dat ze vijfenveertig was, wat betekende dat ze de vijftig reeds lange tijd vaarwel had gezegd.
Schuchter en pretentieus was ze als was in zijn handen geweest. Ze had voor hem kleren gekocht, kostbare juwelen en een Cadillac als vergelding voor bewezen diensten.
Hij moest er nog om lachen als hij aan haar terugdacht.
Schuchter en pretentieloos! Inderdaad! Een kruidje-roer-me-niet!
Na een maand had ze hem om een flacon aspirientjes gestuurd. Toen hij terugkwam was ze verdwenen, auto, kleren en juwelen incluis! Het dametje was een grotere zwendelaarster dat hij zwendelaar was. Ze volgde waarschijnlijk hetzelfde stramien telkens als ze een man ontmoette die haar beviel. Kopen, kopen en kopen tot ze zeker van hem was en als het dan tijd werd om verder te trekken nam ze alles terug, verkocht alles en begon opnieuw.
De gewiekste teef had hem zelfs niet voldoende geld gelaten om de huur van de hotelkamer te betalen. Hij hoopte maar dat een van haar volgende minnaars haar dood zouden neuken en dat ze eeuwig in de hel zou branden.
Toch betreurde hij haar niet zo erg als Angela Wallis.
Dat was een vrouwtje dat hij onder de pantoffel had willen houden. Haar honger naar seks overtrof alles wat hij ooit van vrouwen gekend had, en ondanks haar mannelijke agressiviteit dan hij onder de ruwe bast een passieve vrouw vermoed die hunkerde naar een tirannieke man.
Ze moest heel jong getrouwd zijn omdat haar ervaring nog beperkt was.
Er was nog een hele wereld waarbij hij haar had kunnen betrekken tot ze op de bodem van de afgrond van verdorvenheid
was gezonken. Op dit moment had hij haar kunnen nemen om alles wat ze bezat.
Wat kon het hem verdommen wat er met haar nog gebeurde? Hij zou dan alles hebben wat hij ooit gewenst had.
Jawel, hij treurde om Angela Wallis!
Hij had verwacht dat ze hem zou komen opzoeken nadat ze een week zonder hem had moeten leven. Hij had rondgehangen in het koffiehuis waar hij haar had ontmoet. Daar had hij zitten wachten met het inzicht te doen alsof ze hem niet meer interesseerde als ze hem terug zou komen halen. Hij wist hoe ver hij kon gaan om haar ertoe te dwingen... als ze ooit was gekomen om hem te vragen bij haar terug te komen.
Ze had het niet gedaan!
Hij had zelfs op het punt gestaan naar haar huis te gaan, maar dat zou zijn positie verzwakt hebben. Nee, het was beter te wachten tot zij hem zou komen opzoeken. Weken waren maanden geworden, en tegen eind november had hij haar opgegeven.
Hij had haar herinnering weggeborgen bij deze van de oude vrijster uit de Midwest, als mislukking nummer twee.
Nog een mislukking en dan was hij verloren!
Hij werd er niet jonger op. De generatie vrouwenlopers die na hem was gekomen begon voor het voetlicht te treden. Ze getuigden van dezelfde honger naar makkelijk verworven geld, en ze genoten van het voordeel van hun leeftijd. Hij had hun gadegeslagen in het koffiehuis en was zich ervan bewust geworden dat het ernstige mededingers waren.
Zet er vaart achter, Martin Sylvester Hammond. Het wordt steeds moeilijker.
Nog een paar jaartjes en dan zie jij je genoodzaakt een baantje te zoeken in een of andere bijkeuken. Zelfs de zwarte vrouwen die je hebben nagejaagd zullen niet meer van je willen weten. Waar sta je dan?
Hij ging languit op het gras liggen, legde zijn kin in zijn handpalmen en gluurde verstrooid naar de vrouwengezichten zich afvragend wat ze nu over hem zouden denken en hoe het over een jaar zou zijn, en over twee jaar. Uiteraard waren erbij die geen snars gaven hoe de man met wie ze liepen eruit zag, zolang hij maar beschikte over het tuig en de vaardigheid om hun te neuken.
Maar deze hunkerende teven waren gewoonlijk de armste, zij die zich vastklampten aan elke cent omdat ze op de leeftijd waren gekomen waarop ze een niet ver-afgelegen toekomst begonnen te duchten. Zo zaten er ettelijke rond de picknick-tafels, weduwen en oude vrijsters die zusters van een jongere generatie vergezelden.
En toen zag hij Angela!
Ze zat op een van de picknick-banken, aan beide kanten geflankeerd door oudere, strengkijkende dames, die haar in de oren fluisterden. Hoewel ze tegenover hem zat, was haar hoofd enigszins gebogen.
Hij hield de adem in, wachtend op het moment dat ze zou opkijken en hun blikken elkaar zouden kruisen. Hij zou direct aan haar gelaatsuitdrukking merken of hem nog een kans restte, of dat zijn tweede mislukking definitief was geworden.
Kijk me aan, dacht hij.
Toe nou, baby.
Het is Martin, je mooie zwarte minnaar!
Ze leek hem anders, ouder en vermoeid. Haar haren waren verward door de wind en ze had zich niet de moeite willen geven er een borstel doorheen te halen. Ze misten de glans die hij zo goed gekend had. Haar gezicht was bleek, bijna levenloos.
Toen hij het hoofd draaide om de vrouw links van haar te zien, sprong hij snel overeind in de hoop haar aandacht te trekken. Zijn ongeduld bracht hem ertoe bijna botweg naar de babbelende groep te lopen, maar hij wist dat het resultaat rampzalig kon zijn. Het zag ernaar uit dat ze een familiale of sociale groep vormden. In beide gevallen zou haar echtgenoot wel ergens in de buurt zijn.
Angela knikte naar de vrouw links van haar en hernam dan haar vroegere houding. Ze hief het hoofd en hun blikken kruisten elkaar.
Martin glimlachte breed. Hij had gezien wat hij wenste te zien in de korte flits toen het feit dat ze hem had herkend hem vertelde wat hij wenste te weten. Er restte hem nog een kans; voor zover het Angela Wallis betrof, had hij nog niet afgedaan.
Hij keerde zich om en schudde met het hoofd naar een groep bomen op de top van de heuvel en begaf zich daarheen zonder nog een keer om te kijken. Hij was er zeker van dat ze hem achterna zou komen zodra ze aan de twee vrouwen zou kunnen ontsnappen. Opeens voelde hij zich bijzonder opgeruimd.
Hij haalde een paar keer diep adem, begon te zingen en keek naar de vogeltjes, de bomen en het groene gras. Alles wel beschouwd, redeneerde hij, was dat zijn voornaamste doel geweest toen hij naar het park kwam. De ontmoeting met Angela Wallis was eerder een gril van het noodlot.
Voor een keer in zijn verdomde leven was het noodlot hem gunstig gezind.